Naast militaire uniformen vormen fotografische technieken een belangrijk hulpmiddel om foto’s bij benadering te dateren. Een vroegere Nederlandse daguerreotypie dan de herfst van 1839 zou een wonder zijn, albumine afdrukpapier heeft 1850 als terminus postquem, een collodium negatief 1851 en vanaf 1855 begint albumine de zoutdruk geleidelijk te verdringen. Maar nog meer dan bij militaire uniformen is er sprake van een aanzienlijke doorlooptijd.
Hoewel ik in de beginjaren van het Nederlands Fotoarchief (nfa) in Venice (CA) twee cursussen volgde over ‘Care and Identification of Photographs’ van het Image Permance Institute, is mijn kennis over de determinering van historische procedés in de loop der tijd toch wat gesleten. Om die kennis op peil te houden moet je immers regelmatig historisch fotomateriaal hanteren en wat betreft de 19de eeuw was dat voor mij niet het geval. Over het algemeen is een zoutdruk goed te onderscheiden van een albuminedruk, maar bij de foto’s in het album viel dat vaak niet mee. Daarom ging ik te rade bij Herman Maes kort voor zijn vertrek als hoofd van het restauratieatelier van het Nederlands Fotomuseum. Gedurende een lange middag bekeken we vaak met behulp van een loep stuk voor stuk alle 399 foto’s.